Spinale mobilisatie vs conventionele fysiotherapie bij chronische lage rugpijn
Krekoukias G¹, Gelalis ID¹,², Xenakis T¹, Gioftsos G³, Dimitriadis Z4, Sakellari V³.
Spinale mobilisatie vs conventionele fysiotherapie bij de behandeling van chronische lage rugpijn als gevolg van degeneratie van de wervels: een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek.
Krekoukias G¹, Gelalis ID¹,², Xenakis T¹, Gioftsos G³, Dimitriadis Z4, Sakellari V³.
Auteurs informatie
1 Afdeling Biomechanica, Medische School, Universiteit van Ioannina, Ioannina,
Griekenland.
2 Afdeling Orthopedische Chirurgie, Universitair Ziekenhuis van Ioannina, Universiteit
van Ioannina School of Medicine, Ioannina, Griekenland.
3 Afdeling Fysiotherapie, School of Health and Caring Beroepen,Technologisch
Onderwijsinstituut van Centraal-Griekenland, Lamia, Griekenland.
4 Afdeling Fysiotherapie, School of Health and Caring Beroepen,Technologisch
onderwijsinstituut van Athene, Athene, Griekenland.
Abstract
Doel:
Het doel van het onderzoek was om de werkzaamheid van spinale mobilisatie bij proefpersonen met lage rugpijn (LBP) en de bijbehorende degeneratie van de wervels te onderzoeken.
Methoden:
Vijfenzeventig personen die leden aan chronische LBP (> 3 maanden) werden willekeurig verdeeld in 3 groepen van elk 25 proefpersonen. Elke groep ontving vijf behandelingssessies waarbij de eerste groep manuele therapie (MT) ontving (spinale mobilisatie), de tweede groep een ‘schijnbehandeling’ en de derde groep conventionele fysiotherapie (CP) (rekoefeningen, transcutane elektrische zenuwstimulatie en massage). De proefpersonen werden beoordeeld op hun pijnintensiteit met behulp van de numerieke pijnbeoordelingsschaal. Voor hun zelf-gerapporteerde beperkingen werd gebruikt gemaakt van de Oswestry en Roland-Morris-vragenlijst. Dit gebeurde bij aanvang en na afloop van de vijf behandelingsessies.
Resultaten:
Gepaarde t-testen toonden een significante verbetering aan voor alle gemeten uitkomsten in de MT- en CP-groep (p <0,05). Analyse van covariantie bracht aan het licht dat de MT-groep een significante verbetering had in alle gemeten uitkomsten in vergelijking met de schijn- en CP-groep (p <0,05), terwijl er geen significant verschil werd waargenomen tussen de schijn- en CP-groep (p> 0,05).
Discussie:
MT heeft de voorkeur boven CP om de pijnintensiteit en invaliditeit te verminderen bij personen met chronische LBP en bijbehorende degeneratie van de wervels. De bevindingen van deze studie kunnen leiden tot de vaststelling van spinale mobilisatie als een van de meest geprefereerde benaderingen voor het behandelen van LBP als gevolg van degeneratie van de wervels.
Niveau van bewijs:
1b.
Originele tekst:
Spinal mobilization vs conventional physiotherapy in the management of chronic low back pain due to spinal disk degeneration: a randomized controlled trial.
Authors: Krekoukias G1, Gelalis ID1,2, Xenakis T1, Gioftsos G3, Dimitriadis Z4, Sakellari V3.
Author information
1 Department of Biomechanics, Medical School, University of Ioannina, Ioannina,
Greece.
2 Department of Orthopedic Surgery, University Hospital of Ioannina, University of
Ioannina School of Medicine, Ioannina, Greece.
3 Department of Physiotherapy, School of Health and Caring Professions,
Technological Educational Institute of Central Greece, Lamia, Greece.
4 Department of Physiotherapy, School of Health and Caring Professions,
Technological Educational Institute of Athens, Athens, Greece.
Abstract
Objectives:
The aim of the study was to examine the efficacy of spinal mobilization in subjects with low back pain (LBP) and associated spinal disk degeneration.
Methods:
Seventy-five subjects suffering from chronic LBP (>3 months) were randomly allocated into 3 groups of 25 subjects each. Each group received five treatment sessions with the first group receiving manual therapy (MT) (spinal mobilization), the second a sham treatment, and the third conventional physiotherapy (CP) (stretching exercises, transcutaneous electrical nerve stimulation, and massage). Subjects were assessed for their pain intensity using the numerical pain rating scale and for their self-reported disability using the Oswestry and Roland-Morris Questionnaire at baseline and after the completion of the five treatment sessions.
Results:
Paired t-tests showed a significant improvement for all outcome measures in the MT and CP group (p < 0.05). Analysis of covariance revealed that the MT group had significant improvement in all outcome measures in comparison with the sham and CP group (p < 0.05), whereas no significant difference was observed between the sham and CP group (p > 0.05).
Discussion:
MT is preferable to CP in order to reduce the pain intensity and disability in subjects with chronic LBP and associated disk degeneration. The findings of this study may lead to the establishment of spinal mobilization as one of the most preferable approaches for the management of LBP due to disk degeneration.
Level of evidence:
1b.